Home                  Versnellingsbak overzicht
 

Bediening versnellingsbak
en oplossing uitspringen tweede versnelling

Een extra beveiliging is ingebouwd om uitspringen van de versnelling te voorkomen.


Globale bediening versnellingsbak
Voor de bediening van de diverse versnellingen maken we gebruik van een schakelarm (versnellingspook) in het dashboard. Twee schakelstangen die verbonden zijn met een schakeltoren moeten er voor zorgen dat twee vorken in de versnellingsbakdeksel worden bediend. De twee vorken bedienen om de beurt diverse versnellingen.
Deze constructie is zodanig uitgevoerd dat maar één schakelvork tegelijk bediend kan worden. Een kleine schakelvork in de versnellingsbakdeksel bedient de eerste- en de achteruitversnelling terwijl de grote schakelvork alleen de tweede en de derde versnelling schakelt. Dit is te zien in het versnellingsbakdeksel waarbij de grote schakelvork in het midden van de synchromesh aangrijpt en dus tussen de tweede- en derde versnellingstandwiel in zit.

Synchromesh
De synchromesh is een inrichting die er voor moet zorgen dat, op het moment dat er geschakeld wordt in de tweede of derde versnelling, de tandwielen in snelheid worden aangepast aan het aandrijvende deel. Alleen op deze manier kan er kraakvrij geschakeld worden.
Lees het verhaal over "
Werking synchromesh".

Schakeltoren
Wanneer de versnellingspook in de neutrale stand staat zien we de schakelarmen van de schakeltoren ongeveer in één lijn staan. Met de bovenste arm worden de tweede en de derde versnelling bediend terwijl de onderste arm voor eerste- en de achteruitversnelling wordt gebruikt.

Schakel beveiliging
Het schakelen in de diverse versnellingen wordt beveiligd door een speciale constructie die is gekoppeld aan het koppelingspedaal. Een lock die eerst ontgrendeld moet worden moet daar voor zorgen voordat er geschakeld kan worden. Deze lock of vergrendeling zit in het midden van de versnellingsbakdeksel tussen de twee schuifstangen in. De speling tussen de vergrendelingsconstructie en bediening van het schakeltoren moet tussen de 1- en 2mm. bedragen. Een veer in de vergrendelingsconstructie zorgt er voor dat, wanneer het koppelingspedaal wordt losgelaten, deze weer in de ruststand terugkeert. De vergrendeling vindt dus alleen plaats in de vrijstand van de versnelling net als in de gekozen versnellingsstand.

Foto 3
Links van de schakeltoren zit een deksel die met een bout aan de voorzijde is vastgezet. Door deze te verwijderen komen we bij het vergrendelingsmechanisme waarbij we met een klein boutje de afstelling kunnen maken.
De bedoeling is dat wanneer het koppelingspedaal wordt bediend de ontgrendeling plaatsvindt waarbij deze in de pijlrichting moet bewegen zoals op foto 4 wordt aangegeven. Om de vergrendeling niet te belasten nadat er geschakeld is of wanneer we de voet op het koppelingspedaal laten rusten moet een kleine speling aanwezig zijn.


Werkingsvolgorde voor het kiezen van een versnelling
     Koppelingspedaal indrukken.
     Alle versnellingen worden ontgrendeld.
     Drukgroep bekrachtigt en koppelingsplaat ontkoppelt.
     Kies een versnelling met versnellingspook. 
     Door middel van schakelstangen en schakeltoren worden schakelvorken
     bediend.
     Keuze eerste versnelling of achteruit (zonder synchromesh).
     Keuze tweede of derde versnelling (met synchromesh).
     Koppelingspedaal loslaten.
     Gekozen versnellingen worden vergrendeld.
     Drukgroep ontkoppelt en koppelingsplaat gekoppelt.


Hier zien we dat door een aantal simpele handelingen te verrichten een flinke hoeveelheid aan gevolgen plaatsvindt en dat herhaalt zich bij elke gekozen versnelling of naar de vrijstand toe .

Foto 5
Voor een goede afstelling moet A een speling hebben van 1 tot 2mm met behulp van boutje B kan deze instelling bereikt worden. Door het boutje ver genoeg uit te draaien kan een stelplaatje over een soort ribbelconstructie geschoven worden. Eenmaal vastgedraait is verschuiven niet meer mogelijk.

Extra beveiliging
Voor de tweede en derde versnelling is een extra vergrendelingsslot toegepast om het uitspringen in de versnelling (meestal de tweede) te voorkomen. Deze vergrendeling wordt verzorgd door een veer met kogel aangedrukt door stop (29) zie
foto 6. Deze extra beveiliging zit aan de zijkant van het deksel van de versnellingsbak ter hoogte van de rechter claxon. Door slijtage van het vergrendelingsslotmechanisme (taats ) of te weinig veerdruk tegen de schuifstang is het mogelijk dat de tweede gekozen versnelling er uit springt wanneer er meer trekkracht door de motor moet worden geleverd.
Opmerking: Een taats in het midden van de schuifstangen moet er voor zorgen dat maar een schuifstang bediend kan worden.
Lees meer over het "
Beveiligingsslot".

Oplossing uitspringen van de tweede versnelling
Dit uitspringen uit de versnelling kan op een eenvoudige manier opgelost worden door de veer achter de stop (29) meer druk te geven op de schuifstang. In het handboek Handeling No.118 blz. 51 wordt vermeld dat dit kan gebeuren door achter de veer een staafje te plaatsen van fibre- of koper met een diameter van 9,3mm. en een lengte van 7mm. Op deze manier wordt er meer druk uitgeoefend op de schuifstang. Het uitspringen uit de versnelling (meestal de tweede) zou dan tot het verleden moeten behoren.

Schakelstangen voor de bediening van de diverse versnellingen.


Met de bovenste schakelarm van de schakeltoren kunnen we kiezen tussen de 2e en 3e versnelling.


Foto 3


Foto 4


Foto 5


Foto 6. 
Een stop waarachter een veer en een kogeltje zitten die voor extra frictie moeten zorgen voor de schuifas van de tweede en de derde versnelling. 

 

                        Web-Design en Techniek Traction Avant 11BL -  Ben E Kulsdom -  © 2006- -  www.kulsdom.be
Privacyverklaring
- Contact - Bijgewerkt: 15-01-2017